Tien Punten Plan

We kondigden het al eerder aan op onze website en LinkedIn: Het Tien Punten Plan Defensie is aangeboden aan de Commissie die het aankomende verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen zal schrijven. Hieronder vindt je de Tien Punten. Deze vormen de kapstok voor onderliggende stukken en verdere discussie in aanloop naar 17 maart 2021. Vragen kun je richten aan de stuurgroep via secretaris@defensie.vvd.nl

Inleiding


Nederland heeft veel te verliezen. Onze veiligheid, vrijheid en welvaart worden bedreigd door toenemende onveiligheid en onvoorspelbaarheid in de wereld. Terrorisme, cyberaanvallen en migratie zijn slechts enkele voorbeelden.  Investeren in veiligheid is geen keuze, maar een voorwaarde voor het kunnen leven in vrede en vrijheid. Nederland moet als bondgenoot in de NAVO en als Europees land zijn verantwoordelijkheid nemen en een groter aandeel nemen in het samen met onze partners vergroten van veiligheid en stabiliteit in de wereld.


10 Punten

 

1.     De VVD investeert substantieel en structureel extra in onze krijgsmacht om een breed palet aan dreigingen het hoofd te kunnen bieden. Vergroting van slagkracht en voortzettingsvermogen is cruciaal. 

 

·       Het kabinet Rutte-3 heeft met de brief ‘Nationaal Plan Defensie’ aan de NAVO in 2018 de richting van de prioriteiten benoemd. Hier kan op worden voortgeborduurd;

·       Om de internationaal gemaakte afspraken na te komen dienen de defensie-inspanningen in de komende kabinetsperiode in de periode van 2021 tot 2025 jaarlijks en structureel met 1 miljard toe te nemen.

 

2.     De NAVO is de hoeksteen van ons veiligheidsbeleid.

 

·       De NAVO is trans-Atlantisch;

·       De NAVO is politiek en militair verankerd en heeft gestandaardiseerde procedures. Een Europees alternatief voor de NAVO zou dubbelop zijn.  Vanwege het ontbreken van een gezamenlijke buitenlands- en defensiebeleid is een Europees leger nu niet mogelijk. Wel kan en moet samenwerking tussen Europese leden van de NAVO worden geïntensiveerd;

·       Nucleaire afschrikking is een belangrijk fundament van de bondgenootschappelijke veiligheid, zeker nu diverse staten buiten het bondgenootschap hun nucleaire capaciteiten versterken. De VVD is tegen eenzijdige nucleaire ontwapening. 

 

3.     Binnen Europa verstevigen we de samenwerking tussen gelijkgezinde landen op het gebied van training, opleidingen, samengestelde eenheden en grensbewaking en verwerving van materieel en regionale inzet.

 

4.     Personeel is het grootste kapitaal van de krijgsmacht. Daarbij horen passende arbeidsvoorwaarden en een flexibel personeelssysteem.

 

·       De waardering voor operationele inzet dient structureel te worden verbeterd.

 

5.     De VVD vindt dat de band tussen defensie & samenleving versterkt moet worden.

 

·       Er komt een Defensie en Samenleving Dag voor eindexamenklassen, ieder jaar terugkerend. Op deze dag worden leerlingen geïnformeerd over de ‘staat van het land’, de internationale veiligheidssituatie, de rol van Defensie en worden zij gewezen op carrièremogelijkheden binnen de krijgsmacht;

·       Het wordt mogelijk voor jongeren om zich te beroepen op ‘dienstrecht’ waarbij zij voor korte of langere tijd werkzaam zijn binnen de krijgsmacht.

 

6.     De VVD introduceert de Dag van de Vrijheid. Dit is een nationale feestdag.

 

7.     De VVD pleit voor een hoogtechnologische krijgsmacht. Innovatie en duurzaamheid zijn daarbij kernwoorden. Gestreefd wordt naar een investeringsquote binnen de Defensiebegroting van 30%.

 

8.     Het hebben van een eigen defensie-industrie en kennisinstituten is in het belang van onze veiligheid. Ook om met partnerlanden te kunnen samenwerken op het gebied van materieelverwerving en- onderhoud. Defensie fungeert waar mogelijk als launching customer voor de Nederlandse industrie.

 

9.     De samenwerking van Defensie met andere departementen enerzijds en het bedrijfsleven anderzijds wordt geïntensiveerd, onder meer door uitwisseling van personeel en gezamenlijk opleiden.

 

10.  De VVD pleit voor de oprichting van een Nationale Veiligheidsraad onder coördinatie van het Ministerie van Algemene Zaken. Dit maakt een eenduidige voorbereiding en krachtige besluitvorming in tijden van crises mogelijk.